We hebben het over pensioen in de relatie werkgever/werknemer voor een oudedags- en/of nabestaanden- en/of arbeidsongeschiktheidspensioen.

Gebruikelijk was de regeling, waarbij in 40 dienstjaren een ouderdomspensioen van 70% (dus 1,75% per dienstjaar) kan worden opgebouwd. De pensioenopbouw kan zijn gerelateerd aan het laatstgenoten salaris (eindloonregeling) of aan het gemiddelde salaris (middelloonregeling) tijdens het dienstverband of aan een beschikbaar gestelde premie door de werkgever (beschikbaar premieregeling). Bij het vaststellen van de pensioengrondslag (dat deel van het salaris waarover het pensioen wordt opgebouwd) wordt rekening gehouden met de Algemene Ouderdomswet (AOW).

De hoogte van het nabestaandenpensioen is gerelateerd aan het ouderdomspensioen; de hoogte van het arbeidsongeschiktheidspensioen aan het salaris.

De Pensioenwet is van toepassing. Deze wet beoogt een toegezegd pensioen veilig te stellen en regelt daartoe onder andere dat de pensioengelden buiten de risicosfeer van de onderneming gebracht worden.

Pensioen is fiscaal gefacilieerd. Dat betekent dat de premies worden niet belast, maar de uitkeringen worden later wel fiscaal belast.

Een pensioenbreuk kan ontstaan als gedurende een aantal jaren geen pensioen is opgebouwd of van werkgever is veranderd en het nieuwe inkomen hoger is. Pensioenopbouw bij vorige werkgevers is immers niet gerelateerd aan de salarishoogte bij de nieuwe werkgever. Middels waardeoverdracht kan dit effect worden beperkt.

Interessante website
Pensioenkijker.nl
Mijnpensioenoverzicht.nl