Financieel adviseur is gewaarschuwd

Eigen schuldverdeling effectenlease-arresten geldt niet bij beroepsfout financieel adviseur

In zijn effectenlease-arresten heeft de Hoge Raad kort gezegd geoordeeld dat de schade door een beroepsfout van een aanbieder van effectenlease-producten in beginsel voor 40% van de rente, aflossing en restschuld voor rekening van de klant blijft. Dit uitgangspunt geldt echter niet indien een financieel adviseur een beroepsfout maakt. De zorgplicht van de financieel adviseur is omvangrijker en de onderzoeksplicht van de particuliere klant beperkter, zodat in beginsel een beperkter deel van de schade voor rekening van de benadeelde zal blijven (HR 6 september 2013, LJN CA1725).

Casus

Adviseur X heeft bij de advisering over de oversluiting van een hypothecaire lening, geadviseerd de hypothecaire lening te verhogen en met de overwaarde twee effectenlease-overeenkomsten te sluiten en het restant te beleggen in een beleggingsfonds. Achteraf verwijten eisers de financieel adviseur dat hij een beroepsfout heeft gemaakt door niet te adviseren over de risico’s van deze constructie. In cassatie twisten partijen over de onderlinge verdeling van de schade.

Zorgplicht en eigen schuld financieel aanbieder effectenlease-product

Volgens de Hoge Raad moet de aanbieder van een effectenlease-product de particuliere klant beschermen tegen de gevaren van eigen lichtvaardigheid en gebrek aan inzicht. Hij moet:

  1. waarschuwen voor het risico op een restschuld bij tussentijdse beëindiging van de effectenlease-overeenkomst, en;
  2. inlichtingen inwinnen over de financiële positie van de particuliere klant. Blijkt daaruit dat de klant niet in staat zal zijn aan zijn betalingsverplichting te voldoen, dan moet de aanbieder hem het effectenlease-product afraden.

Deze zorgplicht laat onverlet dat ook van de particuliere klant enige kennis van het product mag worden verwacht. Zo zal voldoende duidelijk zijn dat hij bij een effectenlease-product met geleend geld belegt, zodat hij rente en aflossing verschuldigd zal zijn. Verder mag enige inspanning worden verwacht om de effectenlease-overeenkomst te begrijpen.

Zorgplicht en eigen schuld financieel adviseur

Volgens de Hoge Raad is de zorgplicht van de financieel adviseur gezien zijn contractuele adviesrelatie echter omvangrijker. De financieel adviseur:

  1. dient naast het restschuldrisico ook te waarschuwen voor de risico’s die verbonden zijn aan de aanbevolen constructie als geheel, en;
  2. dient niet alleen inlichtingen in te winnen over de financiële positie van de particuliere klant, maar moet ook onderzoek doen naar zijn deskundigheid, risicobereidheid en zijn doelstellingen.

Daarbij beperkt de adviesrelatie de onderzoeksplicht van de particuliere klant. Zo mag de particuliere klant ervan uitgaan dat de financiële dienstverlener zijn zorgplicht in acht neemt, zodat hij zich minder snel hoeft te verdiepen in niet vermelde risico’s dan de afnemer van een effectenlease-product (HR 8 februari 2013, LJN BY4600). Naarmate de door de financieel adviseur aanbevolen constructie complexer is, zal de particuliere klant minder snel gehouden zijn onderzoek naar dergelijke risico’s te doen.

Conclusie

Van de financieel adviseur wordt een nog uitgebreidere waarschuwings- en onderzoeksplicht dan van de aanbieder van effectenlease-overeenkomsten gevergd, terwijl voor de eigen verantwoordelijkheid van de particuliere klant minder ruimte is. Jegens de financieel adviseur komt dan ook in beginsel een beperkter deel van de schade voor rekening van de particuliere klant. Dit lijkt gerechtvaardigd, nu het juist de particuliere klant is die de deskundigheid van de financieel adviseur – bij gebreke van eigen kennis – vraagt om een op hem toegesneden advies. De financieel adviseur is gewaarschuwd!

Scholen en zorgplicht

School en zorgplicht
Een school heeft zeker zorgplicht tegenover haar leerlingen. Daarom dient een school onder meer veiligheidsmaatregelen te nemen om zo veel mogelijk te voorkomen dat leerlingen iets overkomt tijdens activiteiten en op het schoolplein. Ook dient er zoveel als gepast deskundig toezicht aanwezig te zijn.

School en aansprakelijkheid
Als een leerling tijdens een sport- of spelsituatie op school letsel oploopt, dan kan de school aansprakelijk zijn voor schadevergoeding van het letsel. Dit is zeker het geval als de activiteit die het letsel veroorzaakte een verhoogd risico met zich mee zou brengen en had kunnen worden voorkomen..

Voor scholen geldt geen risicoaansprakelijkheid. Dat houdt in dat een school niet automatisch aansprakelijk is, alleen maar omdat een leerling tijdens een activiteit letsel oploopt. De school moet iets te verwijten zijn, zoals het nemen van onvoldoende veiligheidsmaatregelen.

School en ongevallenverzekering
Veel scholen hebben een collectieve ongevallenverzekering om de financiële risico’s voor de school bij aansprakelijkheid voor letselschade zo veel mogelijk te beperken. Een algemeen verzekeringsplicht voor scholen voor het sluiten van een dergelijke verzekering is er niet. Daarnaast is het ook maar de vraag of een collectieve ongevalllenverzekering wel voldoende dekking geeft daar er vaak beperkingen in zitten.

Verzekeraar moet verborgen kosten van beleggingsverzekering vergoeden

Klachteninstituut Kifid bevestigt dat vorige week in een uitspraak is vastgesteld dat verzekeraar Nationale-Nederlanden onrechtmatig kosten heeft ingehouden op een beleggingsverzekering. Hoeveel rendement de klant hierdoor is misgelopen, moet de komende maanden door een actuaris worden vastgesteld.

Nationale-Nederlanden wil vooralsnog niet reageren op de Kifid-uitspraak. “Wij reageren niet op tussenuitspraken van Kifid”, aldus woordvoerder Bas Kuik van NN. Volgens Kifid-woordvoerder Thom Hoedemakers is er echter voor een groot deel geen sprake van een tussen- maar een bindende uitspraak. “Ten aanzien van de verborgen kosten is de klant in het gelijk gesteld. De betreffende polis ging in tegen het principe dat kosten niet versluierd mogen zijn. Alleen wat betreft het rendementsaspect is de uitspraak nog niet definitief. De klant wilde ook vastgesteld zien hoeveel rendement hij is misgelopen. Daarover gaat een actuaris zich buigen als deze op voordracht van de klant en de verzekeraar is benoemd door de commissie.”

Hoedemakers houdt zich buiten de discussie wat de reikwijdte van de uitspraak is. “Wij doen alleen uitspraken in individuele klachtzaken. Wat de bredere gevolgen zijn, is niet onze zaak.” Een definitieve vaststelling van het misgelopen rendement dat  NN moet vergoeden,  is wel koren op de molen van belangengroepen die ontevreden zijn over de compensatie die door diverse verzekeraars is betaald in het woekerpolisdossier en die daarom alsnog juridische procedures voorbereiden.