Ondernemers vaker slachtoffer van oplichting

Ondernemers worden steeds vaker slachtoffer van oplichtingspraktijken. Het gaat onder meer om spooknota’s en malafide advertentiepraktijken.

 

Dit blijkt uit cijfers van Arag.
“Regelmatig krijgen wij zaken of vragen van ondernemers, die slachtoffer zijn geworden van spooknota’s of advertentiefraude”, aldus jurist Annelies Molenberg. “Ondanks de aandacht in de media neemt het aantal slachtoffers niet af. Het gaat om de bekende trucs in een nieuw jasje, dat wil zeggen nieuwe bedrijven die zich van dit soort praktijken blijven bedienen. Deze bedrijven bestaan hooguit een paar maanden en gaan daarna onder een nieuwe bedrijfsnaam door met dezelfde praktijken. Bovendien zijn er tegenwoordig nogal wat bedrijfjes die hun advertentiepraktijken initiëren vanuit het buitenland. Een aantal varianten zien wij regelmatig langskomen. Een klant wordt bijvoorbeeld telefonisch gevraagd om gegevens te controleren. Er volgt een fax. Met opzet wordt er dan een fout in de naam gezet waardoor de klant getriggerd wordt, de tekst aanpast en ondertekend retourneert met een overeenkomst als gevolg. Of een klant wordt telefonisch benaderd met de vraag of zij de advertentie wil verlengen, waarop de klant zegt nimmer een advertentie te hebben gewild. De klant denkt dan dat hij het contract moet ondertekenen om er vanaf te komen ook met een overeenkomst als gevolg.” Arag wordt momenteel geconfronteerd met enkele oplichtingsgevallen per week. “Juridisch wordt het steeds moeilijker om van deze overeenkomsten af te komen. Uiteindelijk wint degene met de langste adem, zo blijkt uit de praktijk”, stelt Molenberg. “Oplichters gaan liever op zoek naar nieuwe slachtoffers dan zich te storten in allerlei procedures.”

Na drie arbeidscontracten toch een vierde aanbieden

Voor werkgevers is het nu mogelijk om de Flexwet te omzeilen: na drie arbeidscontracten voor bepaalde tijd

kan een vierde voor bepaalde tijd aangeboden worden. Dit geldt alleen bij werknemers jonger dan 27 jaar.

Flexwet
De Wet flexibiliteit en zekerheid (Flexwet) trad in 1999 in werking. De Flexwet is van toepassing op tijdelijke dienstverbanden. Deze wet is onder meer gecreëerd om een betere rechtspositie voor flexwerkers te realiseren, met name naarmate de arbeidsrelatie met de werkgever langer duurt. Zo ontstaat er na drie achtereenvolgende tijdelijke contracten een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Dat gebeurt ook wanneer de totale duur van achtereenvolgende contracten 3 jaar of langer is.

Nieuwe maatregel
Door een nieuwe maatregel van de overheid wordt het voor werkgevers nu mogelijk om vaker en langer opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd aan te gaan met werknemers jonger dan 27 jaar. De maatregel moet de stijging van de jeugdwerkloosheid tegengaan. Vooral jongeren worden hard getroffen door de huidige economische crisis. Het gaat om een tijdelijke wet tot 1 januari 2012, met de mogelijkheid tot verlenging.

Meer ruimte
Werkgevers die tijdens deze economische crisis geen risico willen nemen met een vast dienstverband, hebben op deze manier nog ruimte om dezelfde werknemer op tijdelijke basis in dienst te houden. Jongeren maken zo bij het einde van de crisis meer kans op verlenging van het dienstverband.

Concrete wijziging
Door de Flexwet ontstaat na drie jaar van opeenvolgende tijdelijke contracten of bij het vierde contract een vast dienstverband. Door de invoering van de nieuwe tijdelijke maatregel wordt dat na vier jaar of bij het vijfde contract.

Mag verhuurder opzeggen wegens structureel verlies?

‘Ik verhuur een woning maar het levert me helemaal niets op. Sterker nog, ik leid al een tijdje verlies

omdat de woning meer kosten met zich meebrengt dan er aan huur wordt betaald. Kan ik het huurcontract om die reden opzeggen?’

Ja, dat is mogelijk. Ook een puur financieel belang van de verhuurder kan een reden zijn om de huurovereenkomst op te zeggen. Wel is het zo dat het de rechter is die uiteindelijk moet toestemmen of de huurovereenkomst daadwerkelijk om die reden door de verhuurder beëindigd mag worden.

Huurbescherming niet absoluut
Een huurder geniet een verre mate van huurbescherming. Om een huurovereenkomst rechtsgeldig op te kunnen zeggen moet een verhuurder dan ook een goede reden hebben, bijvoorbeeld dringend eigen gebruik. Aan dat dringend eigen gebruik kan een puur financieel belang van de verhuurder ten grondslag liggen. Soms is de huurbescherming niet verenigbaar met een structurele verliessituatie van de verhuurder waardoor huurbeëindiging gerechtvaardigd is.

Hoe zit het bij renovatie?
Als een verhuurder een woonruimte wenst te renoveren, levert dat doorgaans geen dringend eigen gebruik op als reden voor beëindiging. Wanneer die renovatie (met het oog op een beter rendement) plaatsvindt in een huursituatie waarin er verlies wordt geleden door de verhuurder en hij ook op langere termijn weinig uitzicht heeft op rendement, dan kan dit anders liggen. Er kan dan sprake zijn van een rechtsgeldige grond voor huuropzegging, indien er niet van de verhuurder verlangd kan worden dat hij aan de huurovereenkomst gebonden blijft.