Nog geen privatisering WGA-verzekeringen

De volledige privatisering van verzekeringen voor werkgevers, betreffende de gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid, gaat voorlopig niet door.

Minister Piet Hein Donner (Sociale Zaken) geeft dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer als reden de demissionaire status van het kabinet. Het plan stamt nog uit het regeerakoord van de uit elkaar gevallen coalitie tussen CDA, PvdA en ChristenUnie.

Volgens Donner zijn er ,,hoge overgangskosten” gemoeid met de stelselwijziging. Met de invoering van de strengere WAO, de WIA, hebben werkgevers sinds 2007 de mogelijkheid om te kiezen tussen een publieke of private verzekering in de regeling voor gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid (WGA).

Steeds meer buitenboordmotoren gestolen

Het aantal diefstallen van buitenboordmotoren is in 2009 fiks gestegen, van 1.752 in 2008 tot 1.938 in 2009. Veruit de meeste buitenboordmotoren worden in Amsterdam gestolen.

De meeste aangiften werden raar genoeg in de politieregio Fryslân worden opgenomen. Dat blijkt uit het rapport Vaartuigdiefstal 2009 van het KLPD.

Het Landelijk Vaartuigenteam van het KLPD stelt jaarlijks een criminaliteitsanalyse op voor de diefstal van pleziervaartuigen en buitenboordmotoren. Aan de hand van ‘hot spots’, ‘hot moments’ en ‘hot items’ brengt het korps de belangrijkste ontwikkelingen in de vaartuigdiefstal in kaart. Zo blijkt uit de cijfers over 2009 dat Haarlem dé hot spot was voor de diefstal van buitenboordmotoren. Met een toename van maar liefst 229 procent is Haarlem in een jaar tijd steden als Loosdrecht, Sneek en Leeuwarden voorbijgesneld.

Terugvinden

In de ‘hot moments’ is vorig jaar weinig of geen verandering gekomen. Zowel de vaartuigen als de motoren worden tijdens het vaarseizoen gestolen, met een piek in juli en augustus. Opmerkelijk is wel dat het aantal gestolen buitenboordmotoren is gestegen, maar het terugvindpercentage juist is gedaald. Zo werden in 2008 nog 117 (van de in totaal) 1.752 gestolen buitenboordmotoren teruggevonden, terwijl er in 2009 slechts 58 (van de 1.938) motoren zijn teruggevonden. “Een daling van zeven naar drie procent, maar wel met de kanttekening dat het aantal nog kan stijgen”, aldus Carola ter Braak, ad-interim manager van de Stichting Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV). Volgens haar ligt er wel eens “de nodige tijd” tussen diefstal en terugvinden, soms zelfs jaren. “Maar ook al stijgt het percentage in de loop van dit jaar nog wat, het is natuurlijk veel en veel te laag.”

Aangiftebereidheid

Ter Braak benadrukt dat het beschikbare cijfermateriaal over 2009 is gebaseerd op het aantal aangiften dat bij het Landelijk Vaartuigenteam van het KLPD wordt aangeboden en lang niet alle diefstallen worden bij de politie gemeld. “Sterker nog, uit de cijfers blijkt dat het aantal aangiften van vaartuigdiefstallen in 2009 met acht procent is afgenomen, terwijl wij ons echt afvragen of het aantal diefstallen ook werkelijk is afgenomen. Wij hopen dan ook dat alle betrokken partijen, zoals botenbezitters, verzekeraars en politie komend vaarseizoen alle vaartuigdiefstallen melden bij de VbV-helpdesk of via www.isgestolen.nl.”

Bron: Verbond van Verzekeraars

Geen smartengeld voor nabestaanden

Nabestaanden van slachtoffers die ernstig letsel overhouden of overlijden na bijvoorbeeld een verkeersongeval waarvoor een derde aansprakelijk is, krijgen geen smartengeld.

De Eerste Kamer heeft vorige week het wetsvoorstel Affectieschade verworpen, waar de Tweede Kamer eerder nog unaniem akkoord ging.

Hoewel duidelijk was dat het wetsvoorstel niet onomstreden lag, is het toch opmerkelijk dat een meerderheid van de Eerste Kamer (36 stemmen tegen, 30 stemmen voor) het wetsvoorstel heeft verworpen. In de afgelopen tien jaar nam het draagvlak voor een regeling voor affectieschade namelijk langzaam maar zeker toe.
Voormalig minister Korthals (Justitie) stelde in 2001 al vast dat er in de samenleving behoefte was aan een dergelijke smartengeldregeling. Zo’n regeling moest in een compensatie voorzien voor het verdriet van familieleden en nabestaanden van slachtoffers die door het toedoen van een ander blijvend letsel oplopen of, in het ergste geval, overlijden.

Morele overweging

In de publieke opinie groeide consensus over een financiële compensatie voor emotionele schade en ook verzekeraars hadden geen bezwaar.
Als er behoefte is aan een smartengeldregeling, moet die er komen, vonden het Verbond en het Personenschade Instituut van Verzekeraars (PIV) van meet af aan. Mits zo’n regeling maar niet tot onnodige discussies en kostenverhogende procedures leidt. Het wetsvoorstel voldeed aan die criteria.
Toch was een smartengeldregeling bij sommige partijen ook omstreden. Vooral de morele overweging (kun je emotionele schade in geld uitdrukken?) speelde daarbij mee.

Lange parlementaire weg

Al met al heeft het wetsvoorstel door die discussie een behoorlijk lange parlementaire weg doorlopen. Het eerste wetsvoorstel werd al in 2003 in de Tweede Kamer behandeld en heeft, met name door de discussie in de Eerste Kamer een ongewoon lange parlementaire weg doorlopen, omdat om een wetenschappelijk onderbouwd onderzoek naar de wenselijkheid van dergelijke smartengeldvergoedingen werd verzocht. Uit dat onderzoek bleek overigens dat die wenselijkheid er in de samenleving wel is.

Angst voor claimcultuur

Het wetsvoorstel voorzag in een genormeerde vergoeding tussen 12.500 en 17.500 euro. De hoogte hing onder meer af van de ernst van het letsel en de relatie tussen de naaste en het slachtoffer en zou door de (verzekeraar van de) aansprakelijke partij moeten worden betaald.
Zover is het echter niet gekomen. Na zeven jaren gesteggel (het eerste wetsvoorstel werd in 2003 door de Tweede Kamer behandeld) heeft de Eerste Kamer de regeling nu verworpen. Een meerderheid is bang dat een smartengeldregeling een claimcultuur in de hand werkt en dat er onverkwikkelijke discussies ontstaan over de mate van de affectieve relatie tussen de naaste en het slachtoffer.

Bron: Verbond van Verzekeraars