Hogere compensatie aandelenlease-affaire voor gedupeerden

De Hoge Raad biedt gedupeerden aandelenleaseproduct uitzicht op hogere compensatie.

Op 1 mei 2015 heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan die belangrijk lijkt voor aandelenlease-gedupeerden. De Hoge Raad bepaalde dat de wettelijke rente vergoed dient te worden vanaf de datum waarop de inleg is gedaan. Dat deze datum belangrijk is, blijkt uit het feit dat de schadevergoeding hierdoor aanzienlijk hoger kan worden.

Eerdere uitspraken van het gerechtshof Amsterdam, dat altijd oordeelde dat de wettelijke rente vanaf het einde van het aandelenleasecontract moest worden berekend, zijn hiermee teruggedraaid. De schade is ontstaan vanaf het moment dat de betaling is voldaan en niet pas nadat de overeenkomst ten einde liep.

De uitspraak betekent dat deze partijen hun schadereserves fors zullen moeten verhogen.

Het consumentenbelang zegeviert weer in deze onnodig lang slepende affaire.

Bank mag geen advies eisen bij afkoop verpande beleggingspolis

Uitspraak 17-4-2015 nr.123_Bindend. Aflossen verpande polis

Bank moet meewerken aan de afkoop van hypotheek verpande beleggingsverzekeringen, zonder daarbij de situatie van de klant te inventariseren en te vragen om eventuele extra zekerheden of een taxatie. Dat heeft de geschillencommissie van klachteninstituut Kifid recentelijk bepaald. Volgens Kifid verandert er bij het afkopen van de polissen en het deels aflossen van de hypotheek met het opgebouwde tegoed materieel niets aan de situatie, vooral omdat bij de betreffende woekerpolissen nauwelijks verdere vermogensopbouw in het verschiet ligt én omdat er geen inventarisatie van de situatie zou hebben plaatsgevonden als de klant het verzoek niet had gedaan.

De klant heeft in 2003 een hypotheek van € 330.000 gesloten bij SNS Bank. Daaraan zijn drie Woekerpolissen verpand. Bij expiratie van een van de producten in 2013 is het daarmee opgebouwde kapitaal, een kleine € 17.500, aangewend voor een aflossing op de hypotheeklening. Daarna wil de klant de twee nog lopende kapitaalplannen eveneens afkopen. Maar daarvoor geeft SNS niet zonder meer toestemming. Het opgebouwde kapitaal in beide polissen is samen € 61.000 “en zal, afgezien van een beperkte rentevergoeding, niet meer stijgen”.

Het geschil
De klant stapt naar Kifid en betoogt dat er feitelijk geen sprake is van verzekeringen, maar van spaartegoed dat gebruikt mag worden om de schuld te verkleinen. Daarmee wordt bovendien het risico van de bank verkleind. Aan de zekerheden wordt geen afbreuk gedaan omdat de waarde van het spaartegoed nauwelijks zal toenemen. SNS Bank bestrijdt niet te willen meewerken aan afkoop, maar zegt alleen voorwaarden te stellen aan die afkoop: “Voordat de Belastingvrij Kapitaal Plannen(mogelijk) kunnen worden afgekocht, dient een adviestraject gebaseerd op actuele gegevens plaats te vinden. Daarvoor is tenminste een actueel taxatierapport nodig, aldus aangeslotene. Indien uit die taxatie mocht blijken van discrepantie tussen de waarde van de woning en de hoogte van de geldlening, zal consument aanvullende zekerheden moeten stellen. Aangeslotene verwijst hierbij naar haar zorgplicht, de gewijzigde wet- en regelgeving en de aangepaste acceptatienormen voor hypotheekverstrekking.”

Er verandert niets
Die argumentatie wordt niet gevolgd door de geschillencommissie: die begrijpt niet waarom meewerken aan afkoop het opnieuw tegen het licht houden van de zekerheden met zich mee zou brengen. “Desgevraagd heeft aangeslotene ter zitting bevestigd dat zij genoemde voorwaarde van inventarisatie van de zekerheden, inclusief taxatie van de woning, niet zou hebben gesteld indien consument niet het onderhavige verzoek zou hebben gedaan. De commissie overweegt dat wanneer het opgebouwde tegoed wordt aangewend ter aflossing van de geldlening er materieel niets verandert aan de situatie.” SNS Bank had daarom geen aanvullende zekerheden en taxatie mogen vragen en moet – bij bindend advies – alsnog aan de afkoop meewerken.

Polisvoorwaarden verzekeraars oneerlijk en onrechtmatig

Sommige experts/verzekeraars zetten hun klanten bewust op het verkeerde been,  liegen aantoonbaar en verkopen nonsens, enkel om maar zo min mogelijk te hoeven uitkeren.

Uit een recent vonnis blijkt dat het consumentenbelang zegeviert en vrijwel alle polisvoorwaarden op dat punt in één klap als onrechtmatig bestempelt.

Deskundige
Het betreft de bepaling die gaat over het inschakelen van een eigen deskundige (een expert) om de oorzaak en hoogte van een schade vast te stellen. Doe je dat niet, dan ben je aan de grillen van de verzekeraar en diens expert overgeleverd.

Oneerlijke polisvoorwaarden
Het gaat niet over een detail, maar over het feit dat vrijwel alle verzekeraars al jaren bewust ONEERLIJKE polisvoorwaarden aan hun verzekerden hebben gesteld en waarvoor de Ombudsman Schadeverzekering in zijn jaarverslag van 2002, dus ruim 13 jaar geleden (!) al had gewaarschuwd, dat het “gelijkwaardigheidsprincipe (equality of arms) ernstig zou worden geschaad als de verzekerde niet over dezelfde professionele bijstand kan beschikken als de verzekeraar”.

In het verzekeringssysteem is dus wat dit fundamentele issue betreft, óndanks de kanttekening van de Ombudsman, bewust niets veranderd, al decennia lang niet. Verzekeraars hebben dit aspect -waarvan zelfs een leek kan bedenken dat het oneerlijk is- al die jaren gemaskeerd en gemanipuleerd. Daarom is het nu zeer goed dat de rechter nu een uitspraak heeft gedaan.

Schadehoogte
In de polisvoorwaarden staat dat als de schadeoorzaak of schadehoogte moet worden vastgesteld, de verzekerde zijn eigen deskundige mag inschakelen. De expert die door de verzekeraar wordt gestuurd wordt immers door de verzekeraar betaald en daarmee bestaat er tussen die twee een bepaalde afhankelijkheid en een partijdigheid.

Het recht op een eigen deskundige is daarom een redelijke bepaling die met name is bedoeld om de ondeskundige consument van dezelfde deskundigheid te voorzien als de verzekeraar. Als je echter even verder in de voorwaarden leest, komt er ineens een adder onder het gras tevoorschijn. Dan staat er: ‘De kosten van de eigen expert worden vergoed tot maximaal het bedrag dat de verzekeraar aan zijn expert heeft betaald. En daarmee wordt het recht op een eigen deskundige in éen klap een lege huls. Ik leg dit uit.

Versimpelen
De verzekeringsexpert kan na een bezoek van een kwartiertje een rapportje schrijven van een enkel A-4tje, waarmee hij de schade snel en versimpeld heeft beschreven, waardoor hij het schadebedrag minimaal heeft weten te houden. De kosten van zijn  eigen snelle ‘expertise’ worden daarmee eveneens geminimaliseerd.

Dat is natuurlijk juist de bedoeling van de verzekeraar, die -met het mes op de keel- prijsafspraken heeft gemaakt met het expertisebureau. Datzelfde mes snijdt nu aan twee kanten, want hoe meer rapporten de expert per dag kan schrijven, des te meer hij verdient voor zijn werkgever. Tegelijkertijd is de verzekeraar tevreden omdat de schadehoogte nu zo beperkt en zo snel mogelijk op papier komt. Een dergelijke expertise kost de verzekeraar op die manier gemiddeld niet meer dan € 100,-.

Duurder
Als de consument het met het schadebedrag niet eens is, kan hij volgens de polisvoorwaarden zijn eigen deskundige (een contra-expert) inschakelen. Maar: deze expert wordt nu dus niet door de verzekeraar ingeschakeld en hij heeft ook met niemand prijsafspraken. Zijn uurtarief is daarom dus al hoger, maar bovendien moet hij omdat hij wél een gedegen onderzoek doet en wél een uitgebreid rapport opstelt, veel meer tijd aan de zaak besteden dan de verzekeringsexpert (door de verzekeraar ingehuurd). De eigen expert is dus om deze twee redenen duurder.

In de praktijk komt, wanneer de consument -die zich terecht tekort gedaan voelt- laat weten dat hij zijn eigen expert wil inschakelen, de verzekeraar (of diens expert) direct met de betreffende polisvoorwaarden op de proppen. De onwetende verzekerde komt daardoor in een onmogelijke situatie terecht.

Hij weet van te voren wél (vanwege deze voorwaarde) dat hij aan zijn eigen deskundige kosten moet gaan maken, maar hij weet totaal niet hoe hoog die kosten zullen zijn. Daar komt nog eens bij dat de verzekeraar nóch de expert hem vooraf inzage willen geven in de tarieven die zij onderling hebben afgesproken.

Extra kosten
Het voorspelbare gevolg is dat de verzekerde de zaak dan maar laat voor wat het is.

Misschien is hij zóveel extra kosten aan de eigen deskundige kwijt dat het niet opweegt tegen het meerdere wat zijn contra-expert uiteindelijk als reëel schadebedrag becijfert. Met die onzekerheid voor ogen kiest de verzekerde dan maar voor de lagere zekerheid, maar waarmee hij zichzelf tekort doet.

Rechter
Met het betreffende vonnis heeft de rechter nu dus geoordeeld ‘dat de verzekerde met deze bepaling in de polisvoorwaarden ernstig in zijn mogelijkheden wordt beperkt om tot -deskundige- expertise van zijn schade te komen’ en dat daarom alle redelijk gemaakte kosten voor contra-expertise door de verzekeraar moeten worden betaald óndanks de inhoud van de polisvoorwaarden.

Contra-expertise
De uitspraak zal waarschijnlijk tot gevolg hebben dat meer mensen van hun recht op contra-expertise gebruik zullen maken. Dat is een goede zaak, want daarmee komen verzekerde en verzekeraar eindelijk in een gelijkwaardig krachtenveld. De Ombudsman Schadeverzekeringen heeft voor deze rechtsongelijkheid uitdrukkelijk gewaarschuwd, maar verzekeraars hebben willens en wetens van geen gelijkwaardigheid willen weten. Het werd nu de hoogste tijd voor een vonnis!

In de diverse gedragscodes -die voor Verzekeraars en die van Expertiseorganisaties- wordt nadrukkelijk geschreven over het klantbelang. De teksten zijn eenvoudig op Google te vinden. Ik citeer: verzekeraars (en experts) moeten “mogelijk maken, zekerheid bieden en maatschappelijk betrokken zijn”. Bla bla bla….